Grenzen beschermen, ook als niemand kijkt
Als ouders hebben wij de taak om te weten welke keuzes nog niet bij een kind horen.
Deze stond al even in mijn drafts. Nog niet echt de energie gehad om dit op te schrijven. Maar nu wel. Dus ik ga iets persoonlijks delen. Een ervaring als moeder én als iemand die steeds weer leert hoe belangrijk het is om grenzen te (h)erkennen, zowel die van onze kinderen als onze eigen.
Het gaat over onze dochter van vijf (die inmiddels niet meer vijf is, maar om even wat context te geven) en een situatie die me diep heeft geraakt. En waarom raakte dit me zo diep? Het ging niet echt over iets groots of schokkends, althans in de ogen van de buitenwereld. Maar juist dat zijn de momenten om alert te zijn. Niet zomaar meegaan omdat het voor de buitenwereld misschien niks lijkt, maar echt naar jouw eigen signalen te blijven luisteren. En stiekem gebeurt dit heel vaak: goedbedoeld doorduwen, subtiele druk uitoefenen op de kinderen en het overschrijden van grenzen. Althans in mijn ogen dan ;).
Dit gaat over een ervaring waarin ik voelde hoe belangrijk het is dat wij als ouders durven op te staan. Om naast ons kind te staan. Om te beschermen wat nog kwetsbaar is, juist in een wereld die soms vergeet hoe klein vijf jaar nog is, omdat de woorden soms al zo groot en volwassen klinken.
Aan het begin van het schooljaar werd het al aangekondigd: een overnachting voor de kleuterklas. Eén nachtje slapen, twee uur rijden van huis. Een uitje waar de meeste ouders diep in hun hart nog niet echt klaar voor waren. Zelf voelde ik meteen een 'nee'. Dit gaan we niet doen. Toch probeerde ik die 'nee' in perspectief te zetten. Ik besefte me dat ik niet de enige opvoeder ben, we zijn namelijk met zijn tweeën en dat de ander er misschien heel anders over zou denken. Misschien wel een andere visie op wat wel of niet goed voor onze 5-jarige zou zijn. Bovendien wilde ik ook weten hoe onze dochter er zelf in stond. Dit zou haar proces zijn, en ik wilde haar ruimte geven om haar gevoelens en grenzen te ontdekken.
In de maanden die volgden werd het onderwerp steeds vaker besproken in de klas. Alles nog steeds prima, want het zou pas veel later plaatsvinden en bij kinderen kan er in een aantal maanden heel veel veranderen. Eerst leek alles rustig, maar op een gegeven moment kwam er een verandering. Zo ergens rond de winter kwamen de eerste tranen. Zomaar. Gevolgd met “ik wil niet naar zee”. Later uit het niets in gesprek met opa en oma. Ik zag het niet aankomen, want ik had deze hele overnachting niet meer helder op mijn netvlies.
Ik wist eerlijk gezegd niet dat dit een ding in haar hoofd was geworden. Natuurlijk had ik haar aangegeven dat als ze niet wilde, ze zeker niet hoefde. Dat het belangrijk is om dit soort dingen altijd te vertellen en zoiets groots ze echt niet hoeft te doen als ze er niet comfortabel bij is.
Ze zei: ‘Ik wil wel mee overdag, maar ik wil echt niet blijven slapen’. Het was haar manier om aan te geven wat ze wel wilde en wat niet. En dat raakte me diep. Ik vond het zó knap van haar. Vijf jaar oud, de tijd nemen en dan zo duidelijk je grens aangeven. Ik zei haar dat het oké was. Meer dan oké zelfs. Dat haar gevoel klopt en dat ze altijd, áltijd mag zeggen wat goed voelt en wat niet. Er kwam een opluchting op haar gezicht. Haar grens was helder. Die van mij ook. Dus geen overnachting. Klaar.
En toch… wás het blijkbaar niet klaar.
De weken daarna werd het onderwerp regelmatig opnieuw op tafel gelegd. De juf vroeg meerdere keren of ze het misschien tóch wilde proberen. Bang zijn hoort erbij, werd er gezegd. En dat klopt natuurlijk ook. Maar wat ook klopt, is dat ze al heel duidelijk was geweest. Haar “nee” stond vast. En ik was ongelofelijk trots op haar dat ze dat keer op keer bleef aangeven, zelfs in de groep.
Een paar weken voor de overnachting kwam er een berichtje via WhatsApp van de juf. 'Laatste kans om toch mee te gaan, anders moet ze een dag hoger zitten en de hele dag stilzitten.'
Ik kookte van binnen. Dit was niet zomaar een herinnering om na te denken, dit voelde als druk. Mijn eerste impuls: reageren. Maar ik hield me in. Dit is niet iets wat ik via WhatsApp ga uitvechten, dit gesprek is voor in het echt. Niet digitaal. En hoewel ik confrontaties meestal liever mijd, wist ik: als mijn dochter haar grens durft te verdedigen voor een hele klas, dan kan ik wel confronteren wanneer het nodig is.
Dus ging ik het gesprek aan. Rustig, maar duidelijk. Ik probeerde kalm te blijven, maar ik weet zeker dat iedereen mijn woede kon voelen. Het was moeilijk om mijn emoties in bedwang te houden, vooral omdat ik zo geraakt werd door het idee dat de grens van mijn dochter niet werd gerespecteerd. Ik heb benoemd dat het onprofessioneel is om dit via WhatsApp te communiceren, dat het continu pushen over een duidelijk “nee” niet oké is, en dat het dreigen met “anders moet je de hele dag stilzitten” echt niet door de beugel kan. De reactie? Het was niet zo bedoeld, het was besproken met de directie, de bovenbouw is nu eenmaal rustiger... enzovoorts.
Helaas, er veranderde verder niets.
En tóch voelde het als een overwinning. Omdat ik mijn stem heb laten horen. Omdat ik naast mijn dochter ben gaan staan. Omdat ik mezelf niet heb aangepast om het systeem tevreden te houden, maar heb gekozen voor wat goed voelde, voor háár.
Wat me blijft raken, is dit: we geven onze kinderen zogenaamd een keuze, maar als die keuze niet uitkomt, gaan we trekken, duwen, overtuigen en uiteindelijk zelfs dreigen. Maar dit zijn geen keuzes die je van jonge kinderen mág vragen. Niet op deze leeftijd. En al helemaal niet onder druk.
Mijn moraal van dit verhaal? Keuzes als deze, blijven slapen, weg van huis, zonder ouders, zijn eigenlijk géén beslissingen voor een kind van vijf. We mogen als ouders veel duidelijker gaan staan voor wat passend is bij hun leeftijd en emotionele ontwikkeling. En we mogen leren luisteren, écht luisteren, naar wat ze zeggen, ook als het niet goed uitkomt.
Ik ben mijn dochter ontzettend dankbaar. Voor haar eerlijkheid. Haar kracht. En voor de spiegel die ze me gaf. Dankzij haar mocht ik oefenen in het opkomen voor grenzen niet alleen de hare, maar ook de mijne. Ook al veranderde er niets.
Tot slot…
Grenzen aangeven is niet altijd makkelijk. Niet voor een kind, en zeker ook niet voor een ouder. Maar juist daarom is het zo belangrijk dat wij als ouders onze plek innemen. Dat wij voelen: dit is mijn verantwoordelijkheid. Niet die van de juf, de school of de groep.
Want sommige keuzes horen niet bij een kind. Sommige keuzes zijn simpelweg nog te groot. En het is aan ons om die te bewaken. Om naast ons kind te staan, niet alleen als luisterend oor, maar ook als stevige rug. Als beschermer.
Dus als je kind voor een keuze staat: weet dat jij degene bent die bepaalt of het echt een keuze is. En als het geen passende keuze is, dan beslis jij. Niet iemand anders.